Wetboek v. Strafrecht

Geldend van 29-4-2021 t/m heden                                                                                                                    

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Artikel 1                                                                                                                 

1.       Iedereen is onschuldig tot dat het tegendeel bewezen is.

2.       De straf van de dader word bepaald door middel van wat er in de wet staat wanneer het strafbaar feit heeft plaatsgevonden.

Artikel 2

De Minetopiaanse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Minetopia aan enig strafbaar feit schuldig maakt.

Artikel 3

Alle aanwezige die een functie hebben in het strafrecht mogen ter alle tijden niet partijdig zijn.


Hoofdstuk 2 - Straffen

Artikel 4

1.       Een gevangenisstraf is levenslang of tijdelijk.

2.       Een tijdelijk gevangenisstraf is tenminste één uur en ten hoogste één jaar.

Artikel 5

De duur van de tijdelijke gevangenisstraf wordt in de rechterlijke uitspraak aangewezen in minuten, uren, dagen, weken, maanden, niet in gedeelte daarvan.

Artikel 6

     [Vervallen per 01-01-2024]


Hoofdstuk 3 – Uitsluiting en verhoging van de strafbaarheid

Artikel 7

1.       Hij die een feit begaat, door noodzakelijke verdediging (Wanneer je in gevaar bent) van zichzelf of van een ander, is strafbaar.

Artikel 8

1.       Hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift, is niet strafbaar.

2.       Hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, is niet strafbaar.


Hoofdstuk 4 – Deelneming aan strafbare feiten

Artikel 9

1.      Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
 a.       Zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen
 b.       Zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.

2.       Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt,     benevens hun gevolgen.

Artikel 10

1.       Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft:
 a.       Zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van een misdrijf.
 b.       Zij die opzettelijke gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf.

Artikel 11

Medeplichtigheid aan overtreding is strafbaar.


Hoofdstuk 5 – Contracten

Artikel 12

1.      Alleen contracten die via het korps zijn opgesteld en ondertekend, zijn geldig bewijs. Wanneer je je dan ook niet aan het betreffende contract houdt, kan er eventueel een ambtenaar voor je deur komen te staan.
 a.       Contracten kunnen worden aangevraagd bij het korps, dit kun je alleen doen bij de korpschef, Commissaris of Hoofdagent. Het contract zal altijd worden opgesteld in het politiebureau. 
 b.       Een ieder die een contract aanvraagt zal een vast bedrag van €150.000 moeten betalen. 

Artikel 13 

1.      Het maken van contracten over illegale goederen zijn niet toegestaan. Deze contracten zullen dan ook niet geldig zijn.
 a.       Een ieder die een contract onnodig aanvraagt mag worden aangehouden voor belemmering.
 b.       Een ieder die de tekst dat geschreven is door de korpsschef, commissaris of Hoofdagent veranderd en/of veranderd heeft mag worden aangehouden worden voor belemmering.

2.       Een ieder die zich niet aan het contract houdt waar hij of zij voor getekend heeft, is strafbaar.
 a.       Dit wordt gezien als oplichting/diefstal en hierover zal de rechter een uitspraak doen.

     
Hoofdstuk 6 –  Vergunningen

Artikel 14

1.       Een ieder heeft recht om een gokvergunning of loterijvergunning aan te vragen indien hij of zij voldoet aan de volgende eisen:
 a.       Hoogste opleiding.
 b.       Minimaal 1 miljoen kunnen betalen.
 c.       Alle winkelinkomsten openbaar maken in onze visum paneel.
 d.    De kavel mag niet gecombineerd worden met een winkel.
 e.    Geen ernstige misdaden die bekend zijn bij de politie. 
 f.     Indien hij of zij een gokmachine wil, dient hier voldoende ruimte voor te zijn.
 g.    Indien hij of zij en gokmachine wil aanschaffen, kan dit bij het bouwbedrijf.

2.       Een ieder die in bezit is van een gokvergunning kan alleen gebruik maken van de volgende gokmachines:
 a.      The Grend Lamp V2
 b.   Wotter Rendomizer V2

Artikel 15

1.       Een ieder die zonder een gokvergunning ,loterijvergunning of een vergunning bij de kvk, toch een gok/loterij bedrijf heeft gestart en daadwerkelijk burgers laat gokken of meedoen aan een loterij, is strafbaar.

   
Hoofdstuk 7 –  Voorarrest

Artikel 16

1.       Een ieder die schreeuwt dat hij of zij op dat moment in bezit is van illegale goederen/wapens, kan ten aller tijden in voorarrest worden gezet.
 a.       Hij die opzettelijk schreeuwt in bezit te zijn van illegale goederen/wapens en uiteindelijk niks op zak heeft, is strafbaar.
 b.       Een ieder die dan ook roept dat hij of zij in bezit is van wapens mag worden beschoten.
 c.       Hij die in voorarrest is genomen mag maximaal 48 uur in worden vastgehouden. Na deze 48 uur mag de verdachte weer op vrije voeten.

2.       Een ieder die in voorarrest staat mag ten aller tijden alleen gefouilleerd worden in het politiebureau.
 a.       Hij die op dat moment illegale goederen of wapens in bezit heeft zal worden vervolgd. Wanneer hier geen sprake van is moet de verdachte vrijgelaten worden.

Artikel 17

1.     Een ieder die zich bevindt in een verdacht situatie mag in voorarrest worden genomen. Echter is hier wel toestemming nodig van de Hoofdagent, Commissaris of Korpschef.

2.       Een ieder die verdacht is van een misdrijf mag in voorarrest worden genomen.
 a.       Hij die voor een lange tijd onterecht in voorarrest is genomen, kan een schadevergoeding eisen.

     Boek II – Misdrijven

Hoofdstuk 1 – Misdrijven tegen de openbare orde

Artikel 18

1.      Een ieder die bij een politie ambtenaar geweldpleging uitvoert, kan worden gestraft.

2.       Een ieder die een politie ambtenaar respectloos behandelt en/of beledigt, kan worden gestraft.

Artikel 19

Ieder die kennis over mogelijk voorkombare strafbare feiten achterhoudt, kan worden bestraft.

Artikel 20

Hij die een woning of gebouw zonder toestemming binnendringt, zonder toestemming te hebben van de kavel eigenaar, is strafbaar.

Artikel 21

1.       Hij of zij die in een kavel een cel heeft, is strafbaar.
 a.       Onder een cel verstaan we de eenheid waarin mogelijk burgers verblijven gedurende hun opsluiting. 
 b.       Hij of zij die strafbaar is aan dit feit zal worden bestraft met een boete van 100k en een celstraf van 2 uur. Verder zult u de cel of cellen op eigen kosten weg moeten laten halen.


Hoofdstuk 2 – Misdrijven tegen de openbare orde

Artikel 22

1.       Hij die opzettelijk iemand die schuldig is aan of verdacht is van enig misdrijf verbergt of hem helpt, is strafbaar.
 a.       Het transporteren van enig persoon die schuldig is aan of verdacht is van een misdrijf, met voertuig, vaartuig of luchtvaartuig, is strafbaar.
 b.       Huisvesting verlenen aan enig persoon die schuldig is aan of enig verdacht is van een misdrijf, is strafbaar,
 c.       Voorwerpen waarop of waarmee het misdrijf is gepleegd vernietigen of verbergen, is strafbaar.


Hoofdstuk 3 – Valsheid

Artikel 23

Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door andere te doen gebruiken, wordt schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte.


Hoofdstuk 4 – Belediging en bedreiging

Artikel 24

1.       Een Ieder die een ambtenaar in functie beledigt is strafbaar.

2.       Een ieder die een ambtenaar in functie bedreigt is strafbaar.

Artikel 25

1.       Een ieder die een willekeurig persoon bedreigt is strafbaar. De straffen zullen gebaseerd worden op de ernst van de daad.
 a.       We spreken dan ook van een bedreiging, zodra het slachtoffer zijn veiligheid in gevaar is/komt.

2.       Bedreigen via /msg is ten aller tijden strafbaar. Zelfs als het vanuit Deathfield wordt verstuurd.
 a.    Bedreigen via de normale chat in Deathfield achter de blauwe lijn, is niet strafbaar.
 b.       Wanneer de betreffende persoon achter de blauwe lijn staat en een medespeler voor de blauwe lijn bedreigt, is dit niet strafbaar. 

Artikel 26

Hij die opzettelijk tegen een bepaald persoon bij de overheid een valse klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift doet brengen, waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met de belemmerings straf.


Hoofdstuk 5 – Schending van geheimen

Artikel 27

1.       Hij die enig geheim, waarvan hij weet het verplicht is te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft.

2.       Dit is alleen geldig, voor inwoners die één van de volgende beroepen beoefenen:
 a.    Ambtenaren werkzaam bij overige overheidsinstanties.
 b.    Politiebeambten.
 c.    Visumambten

Hoofdstuk 6 – Reclame

Artikel 28

1.     Een ieder die reclame maakt bij en/of in een ander zijn of haar zijn winkel met de intentie om een de klant naar een ander bedrijf te laten lokken, kan een winkelverbod krijgen.
 a.     Een winkelverbod kan aangevraagd worden door de kaveleigenaar bij de commissaris of korpschef, echter moet hiervoor wel een goede reden zijn en moet je met geldig bewijs komen.
 b.     Een ieder met een winkelverbod die zich voor een bepaalde periode weer goed gedraagt kan zijn of haar winkelverbod opgezegd worden. 

Hoofdstuk 7 – Corruptie

Artikel 29

1.     Hij die in een ambtenaar in functie is mag geen teken van corruptie tonen. Dit kan dan ook oplopen tot een geldboete en/of gevangenisstraf en zelfs tot een ontslag.

2.       Dit is alleen geldig, voor inwoners die één van de volgende beroepen beoefenen:
 a.     Bode.
 b.     Politiebeambten.
 c.     Guards.
 d.     Visummedewerkers.
 e.      Inspectie. 

3.       Er wordt van corruptie gesproken als de ambtenaren zich niet aan het wetboek houden.

4.    Als een ambtenaar strafbaar is verklaard kan een rechter hierop een straf op zetten, van een geldboete en/of gevangenisstraf.

Artikel 30

1.        Een ambtenaar mag nooit zijn of haar eigen regels verzinnen.


Hoofdstuk 8 – Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid

Artikel 31

1.       Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, is strafbaar.


Hoofdstuk 9 – Misdrijven tegen het leven gericht en mishandeling

Artikel 32

1.       Ieder die opzettelijk een ander van het leven berooft of een poging tot doet, wordt gestraft.

2.       Ieder die opzettelijk meerdere mensen van het leven berooft of een poging tot doet, is strafbaar.

Artikel 33

Ieder die een ander leed toebrengt, dit door slaag, mes of kogelwonden, is strafbaar.


Hoofdstuk 10 – Diefstal

Artikel 34

Ieder die opzettelijk een eigendom van een andere speler wegneemt, wordt als schuldig aan diefstal gesteld en is strafbaar.

Hoofdstuk 11 – Afpersing

Artikel 35

1.       Hij die een ander ergens toe dwingt tegen zijn wil in, is strafbaar.
 a.       Hij die door geweld of dreiging iemand anders toe dwingt, is strafbaar.

Hoofdstuk 12 – Oplichting

Artikel 36

1.     Een ieder die een winkelbedrijf heeft en scamt in zijn of haar winkelkavel, is strafbaar en zal ook een aantekening  ontvangen.
a.       De straf van een ieder die scamt in zijn of haar winkelkavel zal een boete van 200% moeten betalen in plaats van 150%.
b.       Hij die 3 aantekeningen heeft, zal worden gestraft met een verwijdering van het des betreffende bedrijf van het winkelkavel + een boete van 200k.
c.       Een aantekening vervalt na 2 weken, dit zal ook worden bijgehouden door het korps. 

Artikel 37

1.       Hij die zich bij een deal niet aan de afspraak houdt, is strafbaar.
 a.       Hij die niet het afgesproken bedrag geeft, is strafbaar.
 b.       Hij die wegrent gedurende de deal, is strafbaar.

2.       Hij die zijn producten vervalst in een deal, is strafbaar.


Hoofdstuk 13 – Illegale goederen

Artikel 38

1.       Ieder die, in artikel 40 genoemde goederen bezit, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

2.       In de eerst lid benoemde, wordt bepaald met een straf afhankelijk van welk illegaal goed en situatie.

Artikel 39

1.       Ieder die, in artikel 40 genoemde goederen verhandelt, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

Artikel 40

1.       Goederen die volgens de wet zijn verboden:
 a.    Drakenvlees.
 b.    Cocaïne.
 c.    Wiet.
 d.    Kogels
 e.    XTC
 f.     Eenhoornvlees
 g.    Paddo's
 h.    Meth
 I.     Bivakmuts 
 j.     Politie spullen


Hoofdstuk 14 – Wapens

Artikel 41

1.      Ieder die, in artikel 43 genoemde goederen bezit, gebruikt of toont, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

2.       In de eerst lid benoemde, wordt bepaald met een straf afhankelijk van welk wapen en situatie.

Artikel 42

1.       Ieder die, in artikel 43 genoemde wapens verhandelt, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

Artikel 43

1.       Wapens die volgens de wet zijn verboden:
 a.       Messen.
 b.       Knuppels.
 c.       Wapenstokken.
 d.       Vuurwapens.

2.       Goeden die je in bezit mag hebben, wanneer hiervoor een vergunning is afgegeven:
 a.       Obsidian Wapenstok.
 b.       Emerald Wapenstok.

Artikel 44

 [Vervallen per 01-01-2024]


Hoofdstuk 15 – Politie spullen

Artikel 45

1.       Een normale burger die in bezit is van politie spullen, is strafbaar.

2.       Een politiebeambte die zijn of haar spullen kwijtraakt of doorverkoopt, is strafbaar.

3.       Een politiebeambte die zijn of haar politie spullen misbruikt, is strafbaar. Als er enig bewijs is dat dit plaats heeft   gevonden dan zal  hier hard op toe getreden worden.

4.       De politie spullen waarover het gaat zijn het volgende:
 a.       Kogelvrij vest.
 b.       Politie wapenstok.
 c.       Politie gear.
 d.       Politie vuurwapens.
 e.       Politie kogels.
 f.        Handboeien.

Artikel 46

1.       Een politiebeambte die met zijn of haar politie spullen over de blauwe lijn gaat in deathfield, is strafbaar.
 a.       Een politiebeambte die dan ook wordt vermoord in deathfield, is strafbaar.


Hoofdstuk 16 – Underground spullen

Artikel 47

1.       Ieder die, in artikel 49 genoemde goederen, kleding en/of wapens bezit, gebruikt of toont, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

2.       In de eerst lid benoemde, wordt bepaald met een straf afhankelijk van welke goederen, kleding en/of wapen en situatie.

Artikel 48

Ieder die, in artikel 49 genoemde goederen, kleding en/of wapens verhandelt, wordt bestraft met een geldboete en/of gevangenisstraf.

Artikel 49

1.       Underground goederen, kleding en/of wapens die volgens de wet zijn verboden zijn:
 a.       Dirty Blue setje.
 b.       Dirty Brown setje.
 c.    Dirty Green setje
 d.    Bratva setje.


Hoofdstuk 17 – Douanecontrole

Artikel 50

1.       Een ieder die de controles, uitgevoerd bij de douaneposten door een justitiële ambtenaar met een politietaak omzeilt of   probeert te omzeilen, is strafbaar.
 a.       Een ieder die algemene controle/fouilleer omzeilt of probeert te omzeilen, is strafbaar.

Artikel 51

1.       Een ieder die niet meewerkt bij een arrestatie, is strafbaar.

 

     Hoofdstuk 18 – Videocamera's

     Artikel 52

1.       Een ieder die een strafbaar feit heeft gepleegd in een diameter van 60 blokken (Vanaf de camera een circle van 30 blokken) om de camera heen, is strafbaar.

2.    Een ieder die een strafbaar feit heeft gepleegd in de radius van de camera maar zich in de volgende situaties bevind, is niet strafbaar.
  a. De camera word geblokkeerd door een muur en/of vloer.
  b. De verdachte moet te zien zijn in het camerabeeld.

3.     Is dit een twijfelgeval, dan bepaald de commissaris of de korpschef wat er gebeurt in deze situatie.

 

Boek III – Overtredingen

Hoofdstuk 1 – Overtredingen betreffend de openbare orde

Artikel 53

Ieder die een persoon discrimineert wegens ras, godsdienst, geslacht of op welk grond dan ook, wordt bestraft.

Artikel 54

1.       Ieder die zonder daartoe gerechtigheid te zijn zich op een verboden plaats bevindt, wordt gestraft.
 a.       Ieder die zich op een bovenkant van een gebouw, werk of een onderdeel daarvan bevindt, is strafbaar.
 b.       Ieder die zich op een plek begeeft, waar aangegeven is dat de toegang verboden is, is strafbaar.
 c.       Ieder die zich in een verboden gedeelte van een overheidspand bevindt, is strafbaar.
 d.       Ieder die zich op een object bevindt dat door de overheid is geplaatst (Denk aan lantaarnpalen en bushaltes), is strafbaar.

Artikel 55

Ieder die goederen en/ of diensten verhandelt of probeert te verhandelen, op een locatie die niet van hem is, is strafbaar.

Artikel 56

1.       Een Ieder die schreeuwt dat hij of zij op dat moment in bezit is van Illegale goederen/wapens, kan in voorarrest gezet worden.
 a.       Wanneer de verdachte onder voorarrest staat , mag de verdachte gefouilleerd worden bij het politiebureau.
 b.       Wanneer de verdachte op dat moment illegale goederen/wapens bij zich heeft, zal de verdachte vervolgd worden. Wanneer hier geen spraken van is mag de verdachte worden vrijgelaten.

 

     Hoofstuk 2 – Voertuigen

     Artikel 57

1.     Als een voertuig zich in een gebied, bij artikel 57 genoemt heeft geparkeerd. Kan het worden weggesleept.

    Artikel 58

1.      De verboden gebieden bij artikel 56 zijn:

         a. In een spawngebied.

         b. Op een parkeerplaats van de: cardealer, politie of de trouwzaal.

         c. Binnen bij overheidsinstansties & speler kavels die niet op voertuig staan.

    Artikel 59

1.      Men kan zijn/haar vehicel bij de cardealer weer ophalen voor een kleine boete.

2.      Wordt een vehicle niet opgehaald binnen 2 weken, kan deze worden vernietigd, opnieuw verkocht of weggegeven.